Machteld – door Paul Christiaan Smis

Verkleurende herfstbladeren ritselen in de late avondwind. Een loom septemberduister ligt over Die Haghe. Nog donkerder is het aan de voet van de bomen met hun zware kruinen. Toch is er nog een zwak schijnsel: het licht van een fakkel. Achteloos weggeworpen, lijkt het wel. Het stervende vuur van de toorts beschijnt een opvallend tafereel. Op het pad, buiten het hof van de graaf, ligt een jonge vrouw in een plas bloed. Enkele meters verderop liggen nog een paar lichamen.

De jonge vrouw, haast een meisje nog, is Machteld. Ze woont vlakbij, in een mooi huis, het huis van vrouwe Aleid. Ze is haar gezelschapsdame. Natuurlijk kent iedereen vrouwe Aleid. Aleid van Poelgeest, bij Koudekerk. Machteld is als kind door Vader Innocentius, de huispriester van Poelgeest, aan het gezelschap van Aleid toegevoegd. De oude priester heeft het eenvoudige boerenmeisje geleerd hoe ze zich in voornaam gezelschap moet gedragen. Hoe en wanneer ze moet spreken, hoe ze moet lopen en hoe ze haar ogen zedig moet neerslaan in aanwezigheid van mannen. Machteld heeft haar lessen goed geleerd. Ze is prettig gezelschap. Logisch dat vrouwe Aleid nergens heen gaat zonder haar.

Aleid van Poelgeest is de minnares van niemand minder dan Albrecht van Beieren, graaf van Holland. De graaf is al oud en zij is nog maar tweeëntwintig jaar, maar dat deert niemand. Heer Albrecht is een machtig man en als zijn bijzit heeft Aleid een mooie toekomst. Vorig jaar, in 1391, heeft Albrecht, aan zijn minnares, heel het landgoed Ter Hoecke ten geschenke gegeven. Dat verliep niet zonder problemen. Toen de oude leenman van Ter Hoecke stierf, was niet Aleid de erfgename. Leden van de familie De Blote waren de eersten in lijn, maar graaf Albrecht schoof alle rechten opzij en gaf heel de erfenis aan zijn geliefde. De familie De Blote was furieus.

Machteld hoort wel eens dingen in de wandelgangen. Sommige hovelingen fluisteren dat het landgoed Ter Hoecke Aleid nog eens lelijk zal opbreken. Ze mompelen over een “Hoekse hoer.” Maar Machteld kent Aleid goed en ze weet wel beter. Zó Hoeks is Aleid van Poelgeest niet. Trouwens, ze is ook niet Kabeljauws. Dat hele gedoe tussen Hoeken en Kabeljauwen, daar heeft Aleid niet veel mee op. En het zedelijk gehalte van de jonkvrouw Van Poelgeest? Daar denkt Machteld niet over na. Als trouwe gezelschapsdame weet ze waar ze wel en niet haar gedachten aan moet wijden.


In de vroege avond was er een groot banket in het Binnenhof, luisterrijk, met zang en dans. Heel Die Haghe sprak er vandaag over. Iedereen, die zich in de gunst van de graaf mocht verheugen, was uitgenodigd. Machteld mocht met vrouwe Aleid mee, als haar gezelschap. Ze droeg een bescheiden feestkleed. Het echte pronken liet ze natuurlijk aan haar voorname vrouwe over.

De graaf had een aantrekkelijke jonge knaap naar Aleid gestuurd om haar en haar gezelschapsdame te begeleiden naar het Hof. Willem heet hij, Willem Cuser. Een succesvolle en bekende hoveling. Iets te succesvol misschien. Hij is regelmatig het middelpunt van twist en intriges.

Vrouwe Aleid bloosde toen Willem Cuser haar kwam halen. Natuurlijk is de oude graaf Albrecht een goede partij voor een jonkvrouw als Aleid van Poelgeest, maar Willem Cuser is mooi en jong en Aleid is niet van steen.

Tijdens de wandeling naar het Hof liep Machteld een meter of tien achter de twee jonge mensen. Met belangstelling keek ze alle kanten uit, behalve naar Willem en Aleid. Er kon toch niets gebeuren; het was maar een klein stukje lopen. Een béétje koketterie kon toch geen kwaad? Machteld genoot van het geel en rood van de herfstbladeren; ze hoorde de bladeren fluisterend ritselen in de wind. Kon een avond mooier beginnen?

Het was een prachtig feest. Wijn, kaarsen en fakkels, liederen en dans. Vrouwe Aleid wilde met heer Albrecht dansen, maar hij was moe. Hij danst niet zo vaak meer de laatste tijd. Dus deed Aleid dat maar met de jonge Willem Cuser. Het hart van de oude graaf sloeg een slag over toen hij het zag. Albrecht staarde naar Willem en Aleid en er sloop kou in zijn ogen. Maar Willem Cuser is niet gauw onder de indruk. Hij is ruzie en boze blikken gewend. Aan het hof heeft hij wel vaker onenigheid.

Zelfs vanavond had hij het nog aan de stok met de broers De Blote. Diezelfde van de erfenis en van Huis Ter Hoecke. Zij wilden tegen vrouwe Aleid de hele kwestie weer oprakelen, maar heer Cuser kwam tussenbeide. Die Cusers zijn wild, ridderlijk maar wild. Willem ook, na een paar woorden haalde hij uit en trof Gerrit de Blote met zijn vuist in het gezicht. Het bloed spatte in het rond. Gelukkig liep het allemaal met een sisser af. Feestgangers hebben de kemphanen uit elkaar gehaald. Gerrit de Blote liet zich, bij zijn aftocht, door zijn broer ondersteunen. Terwijl ze wegliepen keken ze, met van haat vertrokken gezichten, strak naar Aleid.

De sfeer was meteen weg. Vijandschap en boosheid deden zang en dans versterven. In zijn prachtige zetel zat heer Albrecht, met een als uit steen gehouwen gezicht. Hovelingen probeerden nog iets vrolijks uit te stralen, maar eenieder die naar de graaf keek viel stil. Zodra het beleefdheidshalve kon, wilde vrouwe Aleid naar huis. Haar jeugdig enthousiasme leek verdwenen; ze was nerveus en angstig.

Willem, die haar niet uit het oog verloor, sprong op. Hij boog voor zijn beschermelinge. “Zal ik u naar huis brengen?” stelde hij voor. Gedurende een moment gleed er een nerveus trekje over het gezicht van graaf Albrecht. Toen herstelde hij zich en gaf Willem Cuser minzaam toestemming om vrouwe Aleid en Machteld naar huis te begeleiden. De graaf kon ook moeilijk zijn minnares, zo goed als alleen en in het donker, door Die Haghe laten wandelen.

Het was niet goed om Aleid en Willem, vrijwel zonder geleide, naar buiten te laten gaan. Na wat er net op het feest gebeurd was, had men beter moeten weten. Ze liepen door het donker. Machteld was een paar passen bij het stel vandaan. Er klonken snelle voetstappen. Ze zag flambouwen. Het was verwarrend. Vanwaar de slagen kwamen begreep ze niet. Ze meende de broers De Blote te zien, maar ook knechten van de graaf. Er waren boze gezichten, er was bloed. Willem Cuser viel het eerst, daarna vrouwe Aleid. Machteld zelf zag het mes niet eens. Een flits, een stoot.., en ze voelde niets meer.


Op het donkere pad ligt een jonge vrouw, nog haast een meisje. Haar gezelschap is niet langer van belang. Het laatste dat ze hoort is het ritselen van herfstbladeren boven haar hoofd, wiegend in de late avondwind.


Volg Historische Verhalen op FacebookTwitter en Instagram, of schrijf je in voor de nieuwsbrief.