Aan de oevers van de Seine – door Coen Pieterse

Met een soepele zwaai laat Ragnar zijn bijl vallen in de schedel van een soldaat. Binnen een luttele seconde is er een diepe kloof ontstaan, precies tussen het rechteroog en de neus. Het gezicht is uitdrukkingsloos en de mond staat een beetje open, alsof hij nog iets wilde gaan zeggen. Een stroom van bloed maakt de tuniek van de soldaat een paar tinten donkerder. Met wat hevig wringen lukt het om de bijl los te krijgen uit de schedel, waarna de man levenloos neervalt in het gras. Ragnar kijkt om zich heen en ziet dat ze de veldslag gewonnen hebben. Met een kalme en diepe stem beveelt hij: ‘Vermoord de soldaten die nog leven en hang ze op aan de hoogste bomen. Laat Karel II maar zien wat de rest van zijn troepen te wachten staat.’ Zo’n twintig man knikken instemmend en gaan aan het werk.

Het is het jaar 845 en duizenden Vikingen belegeren Parijs onder leiding van Ragnar Lobrok. Al jaren zijn de Franken slachtoffer van de plunderingen van Ragnar, maar dit is de eerste keer dat Parijs het doelwit is. De stad is gelegen op Île de la Cité, een eiland middenin de Seine. Het is een mooie lentedag en het gras is gevuld met kleine gekleurde bloemetjes. Karel II heeft vandaag een poging gewaagd om de belegering te doorbreken, maar zonder succes.

Na de nodige instructies gegeven te hebben, loopt Ragnar met ferme passen richting de oevers van de Seine. Zijn postuur is weinig sierlijk: hij is groter, breder een sterker dan elke andere Viking. Ragnar is een doorgewinterde vechter en een legende onder de Vikingen. Talloze keren heeft hij een beslissende rol gespeeld op het slagveld en het verhaal gaat ten ronde dat hij nog nooit een gevecht verloren heeft.

Eenmaal aangekomen bij de Seine gaat Ragnar op zijn knieën zitten en wast de bloedspetters van zijn gezicht. Het water voelt koud aan en rillingen lopen over zijn rug. Zijn verwilderde rossige baard is kletsnat geworden, maar dat is wel z’n laatste zorg. Ragnar heeft een slecht gevoel over het plan om de grootste buit ooit binnen te halen. De kans dat het plan slaagt is klein en hij beschikt over te weinig betrouwbare informatie om een doordachte en weloverwogen keuze te maken.

Ragnar gaat in het gras zitten terwijl hij in zijn gedachte is verzonken. Een warme lentezon staat hoog aan de blauwe hemel en voelt aangenaam aan. ‘Het wordt tijd om Parijs te plunderen. Dat zal Karel II angst inboezemen en hem inschikkelijk maken naar de eisen van de Vikingen’ mompelt Ragnar zachtjes. Inmiddels is hij opgestaan en loopt hij onrustig kleine rondjes. ‘Maar wat als het niet werkt? Wat als Karel opeens toch hulp krijgt en een groot leger bij elkaar weet te krijgen?’ werpt hij zichzelf tegen.

Ragnar is aan het ijsberen en trapt alle bloemetjes plat. Zijn tempo versnelt telkens een beetje en zijn passen worden alsmaar groter. Hij is als de dood dat Karel II een groot leger bij elkaar weet te krijgen. Er zijn geruchten dat Karel hulp krijgt vanuit allerlei hoeken, maar onduidelijk is om hoeveel man het gaat. Geruchten verschillen van een paar honderd tot een paar duizend man. Als Karel II enige hoop heeft dat hij de belegering kan stoppen, dan mislukt Ragnars plan.

In de verte ziet Ragnar hoe de lichamen van de gevangenen worden opgehangen. Met een norse blik en ongrijpbare grimas kijkt hij peinzend toe hoe steeds meer lichamen in de wind komen te bungelen. De actie verdient geen schoonheidsprijs, maar zal ongetwijfeld de benodigde bijdrage leveren om Karel II op zijn knieën te krijgen.

‘Misschien wil Karel II dat we dat we Parijs plunderen, het zou een val kunnen zijn’ denkt Ragnar hardop. ‘Als een groot aantal strijders de stad plunderen, dan is het leger verdeeld en flink uitgedund. Een perfect moment om toe te slaan.’

Pas als de avond valt, heeft Ragnar een besluit genomen. Langzaam loopt hij terug naar het kamp. De mannen zitten rondom kampvuren en vertellen elkaar sterke verhalen en mooie anekdotes. Ze drinken de wijn die is buitgemaakt bij de plunderingen van een aantal tavernes vanochtend. Ragnar loopt door het kamp en beveelt de beste mannen om zich bij zijn tent te verzamelen. Niet veel later staan de dertig sterkste en beste strijders uit het leger voor zijn tent. Ze stoppen met praten zodra ze zien dat Ragnar aan komt lopen. Geen van de mannen heeft enig idee wat er gaande is en ze kijken vol verwachting naar Ragnar.

‘Spaar je krachten, eet goed en slaap wel, want morgen gaan we Parijs plunderen!’ roept Ragnar strijdvaardig en duizenden Vikingen juichen luid. Een twinkeling is zichtbaar in de diepgroene ogen van Ragnar. Een gevoel van euforie vervult hem en plotseling weet hij zeker dat zijn plan een succes gaat worden. ‘Skøll!’ schreeuwt Ragnar en hij neemt een grote slok wijn.

(…)

Vrouwen en kinderen rennen huilend over straat op zoek naar een veilig onderkomen. Het is een chaos in de stad en het leger van Karel II is nergens te bekennen. Huizen staan in brand, kerken worden geplunderd en overal liggen lijken van mensen die zich probeerden te verzetten. Duizenden Vikingen lopen door de straten van Parijs, op zoek naar alles dat waarde heeft. Ze slopen alles dat gesloopt kan worden en vermoorden iedereen die ze in de weg staat.

Tegen het vallen van de avond ligt de gehele stad in puin en de Vikingen keren terug naar hun kamp. Onder luid gejuich en dronken van de wijn dicteert Ragnar een brief aan Karel II ‘Weet dat we elk jaar terug zullen komen om Parijs te plunderen, dat we de hele stad zullen afbranden, en dat we elke inwoner zullen vermoorden. We zullen enkel stoppen als je ons 2500 kilo aan goud en zilver betaald.’

Dagen gaan voorbij, maar er komt geen respons van Karel II. Ragnar besluit om de volgende dag de geliefde Abdij van Saint-Dennis te gaan plunderen, als extra middel om Karel II toe te laten geven. Als dat niet werkt, dan vertrekken ze. Van Parijs is weinig over en vrijwel alles in de omgeving is al geplunderd.

De volgende ochtend wordt Ragnar vroeg wakker gemaakt door een van zijn mannen. Er is een boodschapper van Karel II met een brief. Ragnar vouwt het stuk perkament open en leest ‘Je suis d’accord’.

Volg Historische Verhalen op FacebookTwitter en Instagram.