Het vuurspel – door Stephanie van Baggem

Het was koud voor de tijd van het jaar. Het vuur knetterde aangenaam terwijl het een even aangename geur verspreidde. In de verte waren uilen hoorbaar terwijl de wind langzaam met de blaadjes begon te spelen. Mathilde bekeek de vlammen gefascineerd terwijl ze haar knieën nog iets dichter naar zich toetrok. Een windvlaag blies wat takken van het kampvuurtje en nam het speels met zich mee. Gedachteloos keek Mathilde het takje na, terwijl het zich aangewakkerd door de wind een weg baande door de lucht. Ze moest aan Daniël denken. Zijn sprekende ogen en warme glimlach. Ze sloot haar ogen voor een moment. Moeder had gezegd dat het niet lang meer zou duren voordat zij en Daniël zouden kunnen trouwen. Het was iets waar Mathilde met heel haar hart naar uitkeek. Het takje lag er inmiddels roerloos bij.

Door het geruis van de bladeren heen hoorde ze een stem, zachte klanken die zich rustig een weg door het bos baanden. Ze luisterde nog eens goed en herkende de lach van Daniël. Zou hij haar toch komen opzoeken? Hij had gezegd geen tijd te hebben vanavond, maar misschien wilde hij haar verrassen. De verrassing werd echter nog groter voor Mathilde toen ze nog iemand anders hoorde lachen, een vrouw. Vreugdekreten verbraken het geknetter van het vuur en Mathilde stond langzaam op. Twee mensen kwamen haar kant opgelopen.

‘Nee, stop Daniël! Niet doen!’

‘Kom op Elianne, doe niet zo flauw.’ Daniël trok haar naar zich toe en probeerde haar te zoenen.

‘Daniël!’ Elianne duwde hem speels van zich af en kwam op Mathilde afgerend terwijl ze zijn hand nog vasthield. Haar lippen zochten en vonden de zijne. Mathilde bleef verstijfd staan. Dit kon niet waar zijn. Alsof Daniël de ogen van Mathilde in zijn rug voelde branden draaide hij zich om.

‘Mathilde!’ bracht hij bijna komisch uit.

Mathilde zei geen woord en balde haar vuisten. Geen van drieën had in de gaten dat er wederom een brandend takje was meegenomen door de wind en deze zich nu langzaam een weg baande naar het droge gras, iets verderop.

‘Daniël.’ Ze begon naar hem te wijzen. ‘Wacht maar, hier ga je niet mee weg komen!’ riep ze terwijl ze de tranen probeerde tegen te houden. Op dat moment begon het brandende takje te dansen met het droge gras. Het gras begon te verschroeien en begon meer vlammen te dragen.

‘Mathilde? Wat heb je gedaan!’ Daniël wees achter haar waar het vuur zich nu langzaam begon te verspreiden. ‘Heks!’ Elianne begon te schreeuwen en zette het op een lopen, gevolgd door Daniël. Verbouwereerd draaide Mathilde zich om en zag het vuur.

Ze had met man en macht geprobeerd het vuur te blussen, maar het was te laat geweest. Toen ze het samen met dorpsgenoten eenmaal had kunnen blussen was een groot deel van de oogst al verwoest. Pikzwart van de roet kwam ze strompelend naar haar huis gelopen. Ze plofte neer op de grond. Saar, haar even pikzwarte kat, kwam mauwend op haar afgerend.

‘Mathilde, Mathilde kind! Ben jij dat!’ In de verte kwam een oudere vrouw op haar af. ‘Mathilde! Geef antwoord!’. Het was haar moeder. Saar gaf haar nog snel een kopje en liep klagend mauwend weer weg. Haar moeder knielde voor haar neer. ‘Mathilde! Wat zie je eruit!’ ‘Mam.’ Tranen begonnen haar ogen te vullen terwijl ze haar moeder dromerig door de uitputting aankeek. ‘Mam, Daniël noemde me een heks. Het vuur is mijn schuld. Ik heb niet op het kampvuur gelet.’ Een spoor van haar tranen liet voorzichtig schone strepen achter op haar wangen.

Ze moest denken aan de verhalen die ze had gehoord over vrouwen in Den Haag. Vrouwen die beschuldigd werden van de hoofdzonde Luxuria: wellust en onkuisheid. Vastgeketend in een schandmantel die ‘versierd’ was met allerlei padden en slangen werden deze vrouwen door de stad gereden en uitgescholden. Ze had het één keer zien gebeuren en kon niet omschrijven wat het in haar los had gemaakt De vrouw had een strak gezicht gehouden en hield haar ogen gesloten. De wagen waarop de mantel stond maakte verschillende reacties los. Moeders die hun kinderen angstvallig wegtrokken en diens gezichten probeerden te bedekken, mannen die elkaar lachend aanstootten. Dit soort parades kwamen vaker voor en deze vrouwen werden daarna niet meer gezien. Mathilde had zich laten vertellen dat de vrouwen verbannen werden, weggejaagd en vergeten uit het leven. Voor heksen zou het zelfs nog erger aflopen. Alsof haar moeder dezelfde gedachten had keken ze elkaar strak aan. ‘Je moet vluchten kindje.’

Het bos om haar heen had een mysterieuze waas over zich terwijl Mathilde er in het donker doorheen liep. De tocht door het bos was akelig koud en haar kleding bleef haken achter scherpe takken. Beelden van vroegere tijden schoten door haar hoofd. Hoe ze als klein meisje boer Teun kon helpen op het land, hoe haar moeder haar beschermend kon vasthouden als het buiten zo hard aan het stormen was. Toen Saar nog maar een Saartje was toen ze haar kreeg van Daniël en de vreugde die ze voelde toen hij haar ten huwelijk had gevraagd.

Toen haar moeder haar adviseerde om te vluchten, had ze zich nooit gerealiseerd dat het zo snel kon gaan. Dorpsgenoten ontweken Mathilde vrijwel direct na de brand, ze werd nergens meer aangekeken en kinderen gooiden stenen naar haar. Mathilde vond het verschrikkelijk, haar leven verliep totaal niet meer zoals ze had gedacht. Ze bleef uitgeput staan terwijl ze in de verte een warme gloed zag en haar moeder hoorde. Mathilde werd geroepen maar zelf kreeg ze er steeds minder van mee. De vermoeidheid begon haar geest langzaam uit te schakelen terwijl ze wegzakte naar de grond.

Het vuur knetterde weer aangenaam terwijl Mathilde aandachtig luisterde naar de uitleg van haar vader. Ze had van hem geleerd hoe ze een kampvuur kon maken en benadrukt waar ze allemaal op moest letten. Het vuur verspreidde een fijne geur, maar de warmte werd haar nu teveel. Het duurde niet lang voordat ze zich realiseerde dat het vuur uit haar gedachte echt voor haar was en steeds dichterbij kwam. Door de adrenaline was ze ineens klaarwakker en besefte ze zich dat ze vastgebonden was op het vuur. In paniek keek ze om zich heen en zag ze Daniël staan met een grimas op z’n gezicht.

Het vuur begon nu aan haar kleding te branden en Mathilde begon sneller te ademen. Ze was ooit zo gelukkig.

Volg Historische Verhalen op FacebookTwitter en Instagram.